In dit artikel bestuderen we uitgebreid het fenomeen van de Core Web Vitals en wat het betekent voor een goede website. Na afloop weet je alles wat je moet weten over deze belangrijke ranking factor.
In dit artikel gaan we in op:
Core Web Vitals zijn een set van specifieke factoren die Google als erg belangrijk ziet voor de algemene gebruikerservaring die iemand heeft op een site of webpagina. In feite zijn het dus bepaalde, door Google geselecteerde user experience signalen die als erg belangrijk worden gezien.
De Core Web Vitals bestaan uit drie verschillende metingen van de website snelheid en gebruikerservaring signalen, namelijk:
De Core Web Vitals kun je dus zien als de belangrijkste signalen die Google gebruikt bij het beoordelen van de gebruiksvriendelijkheid van je site. En die gebruiksvriendelijkheid is belangrijker dan ooit, omdat de ervaring die een gebruiker op jouw website heeft een steeds grotere rol is gaan spelen bij het bepalen van je rankings in de zoekresultaten.
Misschien begin je al benieuwd te worden hoe het ervoor staat met jouw site. Gelukkig is een Core Web Vitals check heel eenvoudig met Google Search Console. Je vindt de belangrijkste data daaronder “Functionaliteit” -> “Site-vitaliteit”.
Je krijgt dan een overzicht van de URL’s die wat extra aandacht nodig hebben. Door het rapport te openen kun je meer informatie vinden over wat er precies aan de hand is en op welke URL dat betrekking heeft.
Ideaal dus om problemen met de Core Web Vitals op het spoor te komen!
De reden dat Core Web Vitals zo belangrijk zijn voor SEO is eigenlijk vrij simpel: Google hecht steeds meer waarde aan de gebruikerservaring die iemand op een pagina heeft bij het rangschikken van haar zoekresultaten.
En Google ziet de Core Web Vitals als een belangrijke indicator van die gebruikerservaring. Dat maakt het dus erg belangrijke SEO metrics om in de gaten te houden.
Andere signalen die ook belangrijk zijn, zijn bijvoorbeeld:
Let wel: goede content blijft volgens Google de kern van een gedegen SEO strategie. Met een goede gebruikerservaring, maar zonder kwalitatieve SEO content , zal het je dus nog steeds niet lukken om te ranken.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat het, zeker met de steeds grotere concurrentie om de hoogste posities in gedachten, belangrijk is om elke belangrijke factor serieus te nemen. Juist als je veel tijd hebt gestoken in het maken van kwalitatief uitmuntende content, zou het immers zonde zijn wanneer je hoge posities misloopt vanwege een tegenvallende gebruikerservaring.
Je hebt nu een aardig beeld van het belang achter de Core Web Vitals. Tijd om ze stuk voor stuk wat uitgebreider onder de loep te nemen en te laten zien hoe je ze kunt verbeteren.
Dit is hoe lang het in de beleving van een gebruiker duurt om een pagina te laden. Vanaf de SERP bekeken, is het dus hoe lang het duurt voordat een gebruiker content op een pagina ziet, na op een link in het overzicht met zoekresultaten te hebben geklikt.
Deze focus op het oogpunt van de gebruiker maakt LCP een unieke metric vergeleken met de meeste page speed metingen. Het draait echt om wat belangrijk is voor de gebruiker: hoe lang het duurt voordat de pagina zichtbaar wordt.
LCP is een onderdeel van de rapportage in Google PageSpeed Insights en kun je daar dus – net als de andere Core Web Vitals – checken:
Daarnaast kun je de LCP van je site controleren in Google Search Console:
Het voordeel van die laatste is dat je een overzicht krijgt van alle URL’s met problemen op je website. Dat in tegenstelling tot PageSpeed Insights, waar je alleen individuele pagina’s kunt analyseren.
En hoewel ook dat je vaak op het spoor brengt van belangrijke issues op je site, is het toch prettig om in één klap alle problematische URL’s te zien te krijgen.
Maar wat maakt nou voor een goede LCP practice? Google heeft hiervoor globale richtlijnen opgesteld, die erop neerkomen dat je voor een goede ervaring wilt dat de LCP onder de 2,5 seconde blijft.
Voor zware pagina’s met veel afbeeldingen kan dat een flinke uitdaging blijken. Hier zijn een aantal tips om de LCP van een pagina te verbeteren:
FID meet de tijd die het duurt voordat een gebruiker kan interacteren met je website. Met andere woorden: hoe lang het duurt voordat de gebruiker ook echt actie kan ondernemen na de pagina te hebben geopend. Denk bijvoorbeeld aan:
Dit is een belangrijk onderdeel van de gebruikerservaring, omdat het bepaald hoe snel een bezoeker zijn of haar doel kan volbrengen na een pagina te hebben geopend. Ook hiervoor heeft Google dan ook richtlijnen opgesteld.
Voor pagina’s die voornamelijk bestaan uit tekst speelt dit niet zo’n grote rol. De enige actie die iemand kan ondernemen, is immers verder naar beneden scrollen. Hoe meer onderdelen die actie vragen (van het activeren van een video tot het invullen van een conversie veld of het uitklappen van tekstblokken), hoe belangrijker FID wordt voor je pagina.
Vooral voor bijvoorbeeld login pagina’s of landingspagina’s (bijvoorbeeld de downloadpagina voor ee e-book dat je aanbiedt) is FID belangrijk. Het hoofddoel van zo’n pagina is immers om bezoekers zo snel mogelijk input te laten invoeren. Vaak is er weinig anders te doen op zo’n pagina.
Voor dit soort pagina’s is het dan ook aan te raden om de FID in de gaten te houden en deze richtlijnen te volgen om hem zo laag mogelijk te houden:
Weinig onderdelen binnen een website zorgen voor meer irritatie dan een knop die verspringt op het moment dat je erop wilt klikken. Dat is waar CLS om draait: de stabiliteit van de visuele weergave van een pagina terwijl hij laadt.
Een hoge CLS houdt in dat elementen op je pagina (te) veel verspringen tijdens het laden. Wanneer een gebruiker dan tijdens het laden al probeert ergens op te klikken, kan dat ervoor zorgen dat per ongeluk de verkeerde link wordt aangeklikt.
Ook hiervoor heeft Google weer richtlijnen.
Een paar tips om de CLS op je pagina te verbeteren: