Een Framework is een platform waarmee software applicaties gebouwd kunnen worden, gebaseerd op vaste regels en elementen. Django en .NET zijn voorbeelden van Frameworks die gebruikt worden om bijvoorbeeld hardware aan te sturen of connecties te leggen met systeemsoftware. Wat is Framework en op welke wijze wordt een begrensde omgeving gebruikt in het voordeel van de programmeur?
Letterlijk staat het woord ‘framework’ voor ‘raamwerk’ of een skelet dat gebruikt wordt om een gebouw of een dergelijke structuur op te bouwen. Het biedt daarmee ondersteuning om bruikbare objecten of concepten te realiseren. Door gebruik te maken van een begrensde omgeving hoeft er veel minder code ingevoerd te worden, omdat standaard bouwblokken reeds aanwezig zijn. Dit versnelt het traject van software ontwikkeling. De grens tussen een Framework en een Programmeertaal is niet altijd even scherp te trekken, zo wordt Java zowel als een Framework en een Programmeertaal bestempeld. Bekende Frameworks zijn bijvoorbeeld Django en .NET.
Er zijn verschillende types voor het uitvoeren van specifieke taken:
Een Framework ligt als een laag over een programmeertaal. Reeds geschreven code en libraries kunnen als bouwblokken gebruikt worden door ontwikkelaars. Hier wordt nieuwe code aan toegevoegd.
Django is een Framework dat onder een Open Source licentie is vrijgegeven. Het is gebaseerd op Python, het doel is een eenvoudige, flexibele, betrouwbare en schaalbare omgeving aan te bieden. Er wordt gebruik gemaakt van een eigen naamgeving voor elementen, zo worden HTTP responses aangeduid als ‘Views’.
.NET is een Framework dat onder zowel Closed Source licenties als Open Source beschikbaar is. Er is ondersteuning voor de meeste besturingssystemen waaronder Windows, Linux, MacOS, Android en iOS. Microsoft introduceerde .NET in 2002, omdat het voldoet aan publieke ECMA standaarden is het niet voorbehouden aan Microsoft producten.