Bestaansrecht staat voor het recht of de reden om te bestaan. Er moet een waarde toegevoegd worden, deze toevoeging kan ten behoeve komen aan meerdere partijen. In de commerciële sector is rendabiliteit een belangrijke factor om het bestaan van een bedrijf te verantwoorden. Wat is bestaansrecht en hoe kan dit objectief worden bepaald?
René Descartes kwam in de zeventiende eeuw met de stelling “ik denk, dus ik ben”. Dit wordt ook wel uitgedrukt als “ik ben, dus ik besta”. Alles wat te definiëren valt bestaat, dit betekent echter niet dat het ook direct bestaansrecht heeft. Naast een juridisch recht wordt hier doorgaans de achterliggende reden voor het bestaan mee bedoeld. Waarom bestaat iets en is de toegevoegde waarde zodanig dat het kan blijven voortbestaan? De mening over bestaansrecht kan verschillen per stakeholder. Denk aan een klant, een werknemer of een aandeelhouder van een bedrijf.
De meest eenvoudige wijze om het bestaansrecht van een onderneming te bepalen is de winst die gemaakt wordt. Meer inkomsten dan uitgaven is een meetpunt voor succes in het economische verkeer. Toch kunnen er ook andere manieren bestaan om het bestaansrecht te definiëren. Zo kan een organisatie mensen helpen of een innovator laat andere bedrijven de potentie zien van nieuwe technologie. Financieel gewin is dus zeker niet het enige criterium om bestaansrecht uit te ontlenen.
Een beroemde vraag uit de filosofie is: Als een boom omvalt als er niemand in de buurt is, maakt het dan geluid? Deze vraag duidt op de noodzaak voor een getuige die een voorval observeert. Als niemand weet heeft van een gebeurtenis, heeft het dan bestaansrecht? Dit geeft aan dat het recht om te bestaan zeer subjectief is, het kan ook aan de basis liggen van censuur. Zo komt het voor dat bepaalde boeken of andere artistieke werken verboden worden vanwege een negatieve impact op de consument. Houdt het recht om te bestaan op bij de mogelijk (negatieve) gevolgen die een werk heeft?