Volledige begrippenlijst

Fotoshoppen

schrijf je in voor de nieuwsbrief meer info

Beschrijving

Fotoshoppen is een term die direct verbonden is met het programma Photoshop van Adobe, toch wordt dit begrip gebruikt voor beeldbewerking in het algemeen. Het is een werkwoordsvorm die duidt op fotobewerken met behulp van computersoftware op een PC, laptop of mobiel apparaat. Wat is fotoshoppen en welke alternatieve programma’s zijn er voor beeldbewerking?

Wat is fotoshoppen?

De betekenis van fotoshoppen is niets anders dan beeldbewerking met behulp van een computersysteem en software. Fotoshop is een Nederlandse verbastering van het product Photoshop van Adobe. Dit pakket is zo synoniem geworden met beeldbewerking dat het als werkwoord gebruikt wordt, net als zoeken op het internet ‘googelen’ genoemd wordt. Dit is weer afgeleid van het Engelse ‘googling’ dat op het bekende zoekmachine Google is gebaseerd. Net zoals Google niet de eerste zoekmachine was, is Photoshop ook niet het eerste pakket om mee te photoshoppen.

Andere fotobewerkingssoftware

De eerste software om digitaal te tekenen was Sketchpad dat in 1963 ontwikkeld werd door student Ivan Sutherland. Er werd gebruikt gemaakt van een CRT scherm om objecten te manipuleren. Deze ontwikkeling zou leiden tot het Rand Tablet in 1968. Dit legde de basis van Computer Aided Design of afgekort CAD zoals dit gebruikt wordt in ontwerp van gebouwen en andere driedimensionale modellen. Vaak werd er gebruik gemaakt van tekentabletten in plaats van muis of touch screen. Dit zijn aanraakgevoelige apparaten waar met een speciale pen op getekend kon worden, Wacom is het meest bekende merk tekentablet. Een voordeel van deze tabletten is de optie voor drukgevoelige beeldbewerking. Denk aan een digitaal penseel dat een dikkere lijn krijgt bij harder drukken op de pen. Bij geavanceerd fotoshoppen is maximale controle van belang.

Toen de Macintosh computer werd gelanceerd was MacWrite een ‘killer application’, een reden om deze computer van 2500 dollar aan te schaffen. Naast tekstverwerking bood de grafische interface de mogelijkheid om beelden te bewerken, MacPaint legde de basis voor software als Photoshop waarmee fotoshoppen dus al bestond voordat het een naam kreeg. Een andere invloedrijk pakket was Deluxe Paint voor de Commodore Amiga in 1985. Dit computersysteem was net als de Macintosh voorzien van een grafische gebruikersinterface, door gebruik te maken van HAM modus was het mogelijk om het standaard kleurenpalet uit te breiden tot 4096 kleuren, wat revolutionair was in die tijd. De Amiga 1200 zou op basis van een uitgebreid kleurenpalet fotoshoppen tot 256.000 kleuren mogelijk maken. Met het faillissement van Commodore in 1994 zou de dominantie van deze computer in digitale beeldbewerking ten einde komen.

Ook Microsoft Paint kwam uit in 1985. Waar de Amiga uitblonk in geavanceerde mogelijkheden werd Paint juist beroemd door de restricties. De primitieve toolset heeft geleid tot een grote hoeveelheid aan gestileerde afbeeldingen die de beperkingen van Paint als onderscheidend kenmerk gebruiken. Deze gratis applicatie zou een groot contrast vormen met Adobe Photoshop die in 1990 verscheen.

Fotoshoppen met Adobe Photoshop

De ontwikkeling van Photoshop begon in 1987. Adobe zou het pakket in 1990 uitbrengen voor de Apple Mac. In 1993 zou het pakket ook verschijnen op Microsoft Windows wat heeft bijgedragen aan het succes van dit pakket.

Photoshop was in het begin niet revolutionair maar de ondersteuning voor Mac en Windows bleek gunstig uit te pakken in een tijd dat populaire computersystemen als Commodore, Atari en MSX langzaam uitstierven. Adobe had al ruime ervaring opgebouwd met vector afbeeldingen en printers dankzij het PDF formaat dat ze in opdracht van Apple hadden ontwikkeld. Met Photoshop werd de focus gericht op bitmap afbeeldingen. Dit zijn illustraties die met pixels worden opgebouwd, niet met lijnen zoals dit in Adobe Illustrator het geval is.

De betekenis van fotoshoppen duidt op het gebruik van bitmap elementen die in afzonderlijke lagen worden bewerkt. Door gebruik te maken van transparantie (alpha channel) is het mogelijk om lagen te laten overlappen om zo complexe composities samen te stellen. Hoewel het mogelijk is om een compleet nieuwe tekening te maken, wordt Photoshop vooral gebruikt om bestaande foto’s en illustraties te bewerken en manipuleren. Bijvoorbeeld vlekjes en rimpels wegwerken op een portret of delen van de afbeelding vervormen en kleuren bijstellen.

Wat betreft functionaliteit ligt Photoshop in basis tussen Illustrator, wat een vector tekenpakket is, en Lightroom die gericht is op de bewerking van foto’s zoals kleuren afstellen. Ook als er gebruik wordt gemaakt van pakketten als Gimp, Affinity en Polarr spreekt men van fotoshoppen.