Recht van Verzet is een wettelijk bepaald recht waarin een consument mag aangeven niet meer gebeld te willen worden door een bedrijf of organisatie. De telefonische aanbieder dient dit recht duidelijk aan te geven, daarnaast moet deze wens ook direct worden doorgevoerd. Wat is het Recht van Verzet en hoe verschilt dit ten opzichte van het Bel-me-niet Register?
Je bent ooit klant geweest bij een telecombedrijf, maar je bent ondertussen overgestapt naar een andere aanbieder. Een verkoper van de oude firma neemt toch weer telefonisch contact met je op om een nieuw aanbod te maken. Hier heb je geen behoefte aan, niet nu of in de toekomst. In dat geval kun je een beroep doen op het Recht van Verzet.
Het Bel-me-niet Register is een bestand met telefoonnummers waarvan de eigenaars hebben aangegeven om niet via dit nummer benaderd wensen te worden door verkopers. Dit register geldt niet voor bedrijven waar je momenteel een overeenkomst hebt lopen, of waar je in het verleden zaken mee hebt gedaan. Deze aanbieders kunnen dus nog steeds contact opnemen. Er zijn kosten verbonden aan deze dienst, dit zijn de belkosten van 15 cent per minuut.
In tegenstelling tot Bel-me-niet is Recht van Verzet aanmelden niet mogelijk, je dient dit aan te geven wanneer er telefonisch contact wordt gezocht. De telefonist is verplicht om deze optie aan te geven, al zijn ze daar in praktijk niet altijd even duidelijk in. Het Recht op Verzet kan dus alleen worden uitgevoerd tijdens een telefoongesprek, er wordt wel als voorwaarde gesteld om direct het nummer te schrappen uit de database. Er mogen geen kosten worden berekend voor deze service.
Veel consumenten realiseren zich niet dat het Bel-me-niet Register niet van toepassing is op aanbieders waar je klant bent (geweest). En dat er een verschil bestaat tussen deze database en het uitoefenen van je Recht van Verzet.
In juli 2019 werd een voorstel gepubliceerd met wijzigingen binnen de Telecommunicatiewet. Een belangrijk onderdeel binnen de wijzigingen was het opt-in systeem. Voorheen moest de consument zelf aangeven als ze niet benaderd wilden worden, bijvoorbeeld door aanspraak te maken op het Recht van Verzet (RVV). In de nieuwe wetgeving is er eerst expliciete toestemming nodig om iemand te mogen benaderen. Deze regel is van toepassing zijn op telefonie, het is nog steeds mogelijk om poststukken aan te bieden zonder toestemming vooraf.
In januari 2021 werd het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer. Enkele weken later zou ook de Eerste Kamer de nieuwe wet goedkeuren. Daarmee was de wijziging definitief, sinds 1 juli 2021 is de nieuwe Telecommunicatiewet van kracht. Dit heeft invloed op regels die voorheen al bestonden zoals het Bel-Me-Niet-Register en het Recht van Verzet. Enkele punten van belang in de nieuwe wetgeving vanaf juli 2021 zijn:
Het Bel-Me-Niet-Register is niet meer actief, het Recht van Verzet blijft zoals voorheen bestaan.
Bij invulformulieren dient de consument de optie te krijgen om te kiezen voor geen benadering bij werving. Het is echter wel toegestaan om de toestemming voor benadering standaard aan te vinken. Hoewel dit volgens de letter van de wet voldoet aan de opt-in regeling kunnen hier kanttekeningen bij worden gezet. In praktijk blijkt dat organisaties bij optionele velden en het bieden van keuzemogelijkheden de regels soms overschrijven.