De bewaarplicht wat betreft telecommunicatie stamt uit 2009, en valt onder de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens. Aanbieders van telefonie en internetdiensten werden verplicht gesteld om verschillende gegevens te bewaren voor een wettelijke bewaartermijn van zes tot twaalf maanden. Deze wet geldt sinds 11 maart 2015 niet meer. Wat is de bewaarplicht en waarom is deze wet opgeheven?
Op 1 september 2009 werd de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens ingevoerd in Nederland. Deze wetgeving was gebaseerd op de Europese richtlijn 2006/24/EG. In deze wetgeving werd bepaald dat telecom operators en internetproviders data over het gebruik door klanten moesten opslaan. Dit waren zaken als de begin- en eindtijd van telefoongesprekken, de telefoonnummers en namen en adressen van de betrokken partijen. Voor internet moest ook data bewaard worden zoals e-mail adressen, datum en tijdstip. De inhoud van telefoongesprekken en e-mails werd niet bewaard. In eerste instantie wilde een aantal Nederlandse partijen kiezen voor 18 maanden retentie, een jaar langer dan de 6 maanden uit de Europese richtlijn. Uiteindelijk werd voor de meeste gegevens gekozen voor 12 maanden.
Er was al direct kritiek op het verzamelen van deze data. Naast inbreuk op de privacy zou het ook zeer kostbaar zijn om al deze gegevens op te slaan. Daarnaast zou er een groot risico zijn op het lekken van gegevens. Het idee achter deze wetgeving was bestrijding van terrorisme, toch besloot het Europese gerechtshof dat deze maatregelen in strijd waren met de wetgeving.
Voor de fiscale administratie gelden andere regels, hierbij is het nog steeds verplicht om de administratie voor een periode van zeven jaar te bewaren, in het geval van onroerende zaken geldt een periode van tien jaar. Hierbij kan een persoon of organisatie ervoor kiezen zelf de documenten te bewaren, of dit over te dragen aan een administratiekantoor.